Digitale verpleegkundige overdracht stijgt moeizaam

Het aantal digitale verpleegkundige overdrachten is met 10 procent gestegen ten opzichte van 2014. Dit blijkt uit het onderzoek naar de verpleegkundige overdracht onder ruim 340 respondenten, uitgevoerd door Nictiz en V&VN in de eerste twee kwartalen van 2017. Toch zijn er nog altijd forse problemen met de overdracht.

Globaal vindt nu ruim één op de drie verpleegkundige overdrachten via digitale kanalen plaats. Ruim één op de vier gebeurt nog altijd op papier om vervolgens aan de patiënt te worden meegegeven. Ook het overschrijven dan wel overtypen van informatie is nog schering en inslag: 44 procent van de respondenten blijkt dit nog te doen.

Onvolledige informatie

Ondanks de stijging van het aantal digitale overdrachten ervaren de respondenten ook nog altijd problemen met de uitwisseling tussen systemen. Meer dan de helft van de respondenten (52 procent) ervaart problemen bij het overdragen van verpleegkundige gegevens door de zorgketen. De meest genoemde problemen zijn onvolledige informatie, met name het ontbreken van essentiële verpleegkundige gegevens, helemaal geen verpleegkundige overdracht of het tijdrovende karakter. De knelpunten ontstaan voornamelijk tussen de verschillende zorgsettings c.q. zorginstellingen en gebruikte zorginfrastructuren.

Standaardisering

Eenduidig vastleggen van gegevens kan deze knelpunten helpen oplossen, stellen het nationaal ICT-instituut voor de zorg en de beroepsvereniging van verpleegkundigen.
Standaardisering van verpleegkundige gegevens maakt het eenduidig en eenmalig vastleggen van gegevens makkelijker, alsook de onderlinge uitwisseling ervan. Hierdoor nemen de administratieve lasten en de kans op fouten af. Respondenten zijn vrijwel unaniem eens over het belang van standaardisatie; bijna 90 procent geeft aan standaardisatie van verpleegkundige gegevens belangrijk te vinden.

Wanneer gekeken wordt naar het daadwerkelijke gebruik van gestandaardiseerde gegevens binnen het EPD/ECD, ontstaat een ander beeld. Waar 46 procent van de respondenten aangeeft te werken met gestandaardiseerde gegevens, doet 26 procent dat niet. Nog eens 27 procent zegt niet te weten of in het dossier gebruik wordt gemaakt van gestandaardiseerde gegevens.

Bewustwording

Gevraagd naar de voorwaarden voor verdere digitale uitwisseling en standaardisering pleiten de respondenten vooral voor meer bewustwording bij het management. Ook vinden de respondenten het belangrijk dat er meer aandacht is voor het werken met ICT en standaardisatie in de verpleegkundige opleiding en tijdens bij- of nascholing. In het rapport zijn op basis van de input en wensen van de doelgroep een zestal randvoorwaarden geformuleerd om de informatiestandaard eOverdracht verder uit te rollen.

Bestuurlijke boete
Bij het niet naleven van wettelijke verplichtingen kan de AP besluiten om gebruik te maken van de bevoegdheid een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen. In 2016 is twintig keer een procedure gestart om een last onder dwangsom op te leggen. Veelal nemen de onderzochte bedrijven en organisaties al maatregelen om de geconstateerde overtredingen te beëindigen voordat de AP daadwerkelijk een last onder dwangsom oplegt. Daarnaast mag de autoriteit een bestuurlijke boete opleggen van maximaal 820.000 euro. In 2016 heeft de AP hier geen gebruik van gemaakt.

Nieuwe wet
In Nederland geldt de Wet bescherming persoonsgegevens alleen nog in 2017. Vanaf 2018 is namelijk Europese privacywetgeving (de Algemene verordening gegevensbescherming, AVG of in het Engels GDPR) van toepassing. Nederlandse organisaties hierover voorlichten staat dit jaar boven aan op de agenda van de AP.

Dit artikel verscheen eerder op de website van Skipr.